
Geschiedenis

Het eerste en tweede Zypendaal
De oorspronkelijke buitenplaats werd in 1650 gebouwd door het echtpaar Tulleken-Everwijn. Het krijgt de naam ‘Zypendal’ – of ‘De Syp’ – wat verwijst naar het water dat hier uit de grond siepelt.
In 1743 koopt Hendrik Willem Brantsen Zypendaal. Hij besluit al snel het oude huis te slopen en er een nieuwe buitenplaats te bouwen. Hendrik Viervant krijgt de opdracht voor het ontwerp van het statige huis. In de toren wordt de gevelsteen uit het eerste huis geplaatst, met de wapens van Tulleken-Everwijn en de aanduiding ‘Anno 1650’. De gevelsteen is nog steeds te zien!
Tijdens de aanleg in de jaren 1762-1764 zijn de inkomsten van de bouwheer en zijn vrouw hoger dan ooit. De opbrengst van de suikerplantages in Suriname draagt bij aan de bouw van het stijlvolle huis. Op die manier is ook de geschiedenis van Zypendaal verbonden met het Nederlandse slavernijverleden.

Bijgebouwen en verbouwing
In 1867 worden het koetshuis en de oranjerie aan het huis toegevoegd. Een verbouwing van het hoofdgebouw vindt plaats in 1883. Er komt een eenvoudige toren aan de achterkant en een vestibule aan de voorkant. Verder krijgt het dak een balustrade en worden er balkons toegevoegd. Rond 1900 volgt een aanbouw waarin de rode salon wordt ondergebracht. De aanbouw krijgt jaren later nog een verdieping.

Culturele bestemming
De gemeente Arnhem koopt het huis en het park in 1930. Een paar decennia later draagt de gemeente het huis en het koetshuis in 1975 in langdurige erfpacht over aan Geldersch Landschap & Kasteelen. De voorwaarde wordt daarbij gesteld dat het geheel een culturele bestemming krijgt. Na een ingrijpende restauratie wordt in 1982 de hoofdverdieping opengesteld voor publiek. In de overige ruimten is het centrale kantoor van Geldersch Landschap & Kasteelen gevestigd.

Tuin en park
De tuinen en het park zijn een mooie combinatie van de barokke achttiende-eeuwse aanleg en de meer romantische landschapsstijl uit de negentiende eeuw.
De voorloper van huis Zypendaal uit 1650 was omgeven door sier- en nutstuinen. In 1720 wordt het tuinontwerp gewijzigd. Er worden grasparterres aangelegd met watervalletjes en fonteinen. Daarbij is fraai gebruikgemaakt van de niveauverschillen in het terrein en het door sprengen gevoede stromende water.

Landschapsstijl
Een kleine eeuw later krijgt tuinarchitect Posth de opdracht voor het aanpassen van tuin en park in landschapsstijl. Hij ontwerpt de slingervijver om het huis en het grasveld met boomgroepen en paden. In 1863 zorgt de Duitse landschapsarchitect Petzold voor de uitzonderlijk mooie ruimtewerking in de tuinen. In 1893 werd Hugo Poortman ingeschakeld om de parterretuin tussen het koetshuis en de oranjerie vorm te geven.
De tuin tussen de oranjerie en het koetshuis is in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw heraangelegd, na de grote renovatie van het huis. Het ontwerp is van Liesbeth Canneman-Philipse. De tuin bestaat uit een gazon met rozenstruiken en uit langgerekte borders met een grote variatie aan vaste planten.